|
|
|
|
>> keer terug
naar de pagina 'lopend onderzoek' |
>>
Kempisch bosreservaat. |
|
Lanklaarderbos (Dilsenerbos, Platte Lindeberg)
Bosreservaat IBW (INBO)
Dilsen-Stokkem
In samenspraak met het IBW (Instituut
voor Bosbouw en Wildbeheer - INBO) is de werkgroep in april 2004
gestart met een twee jaar durende inventaris van de bosreservaten
Lanklaarderbos, Dilsenerbos en de Platte Lindeberg. Naast het
bosreservaat wordt ook een enclave in het gebied (een jonge aanplanting)
en een aanpalend braakliggend terrein bemonsterd. Dit groot perceel
is op plekken verwilderd tot ruigte en wordt in de inventaris
meegenomen omdat de bloei hiervan talrijke doodhoutsoorten uit
het bosreservaat aantrekt.
Het Lanklaarderbos (68 ha bosreervaat) bestaat
uit een reeks van min of meer aaneengesloten percelen bosreservaat.
De zuidhelling van het bosreservaat, parallel aan de oude spoorweg,
is begroeid met jong berkenbos op Heide en Adelaarsvaren. Tijdens
de droge zomer van 1976 is dit perceel afgebrand en sindsdien
spontaan verbost. De oudste bestanden van het bos bevinden zich
rond een hoeve en worden gevormd door een oud park met voornamelijk
Beuk, Zomereik en omvangrijke Kastanjes. Een deel van het bosreservaat
bestaat uit naaldhoutaanplantingen. Het percentage dood hout is
in deze percelen aan het toenemen. De onderbegroeiing van deze
aanplantingen bestaat voornamelijk uit Lijsterbes, Berk en Amerikaanse
Vogelkers. De randen zijn vaak afgezoomd met Zomereik. Enkele
bestanden met een groot aandeel aan dood hout zijn echter voornamelijk
begroeid met Amerikaanse Eik en Acacia
Voor 2004 ligt de nadruk van de inventaris
op het Lanklaarderbos zelf. Hier wordt gewerkt met een raamval,
2 lokvallen met duivenmest en enkele alcoholvallen. Daarnaast
wordt ook maandelijkse bemonsterd met het trechterklopscherm,
zeefstalen, sleepvangsten en handvangsten. Het autonet kan het
onderzoek vervolledigen. We staan aan
het prille begin van deze studie. Desondanks tellen we al 85 soorten
spinnen, 70 keversoorten (waarvan 20 xylobionte soorten) en 3
soorten mieren. Tot nu toe werden de onderzoeken in Limburg, het
Jongenbos en Kolmont, met gelijkaardige werkwijze uitgevoerd.
Beide bossen zijn gelegen in Haspengouw. Met het Lanklaarderbos
is het de eerste maal dat een Kempisch bos aan bod komt.
|
Lanklaarderbos, Dilsenerbos and Platte Lindeberg
make up a patchwork of forest reserves. Large stands consist of plantations
of pine and area's of Birch, Oak, Heather and Eagle Ferns. The oldest
part is situated near an historical farm building. Large Oaks, Beech
and Chestnut grow from the remains of an old landscaping park. The
amount of dead wood is fairly important at this specific location.
Nearby, another parcel shows high amounts of dead wood. It is however
mainly grown with American Oak and Acacia tree's, resulting in a less
interesting location for insects. In between reserves, a former location
of waste disposal is also sampled during the research. This location
provides a large area of wild flowers, attracting many of the dead-wood
species from the reserve. The Lanklaarderbos inventory will use identical
sampling methods as used during former inventory's of Kolmont and
Jongenbos. Sampling will be mainly performed by a flight intervention
trap, alcohol-traps, guano-baited traps, carnetting and monthly sieving
samples and use of funnel-beating sheets. |
>>
keer terug naar de pagina 'lopend onderzoek' |
|
|