Met steun van limburg.be Werkgroep Ongewervelden LIKONA - welkom
werkgroep ongewervelden
Homepage
Who are we?
Research / onderzoek
Reports / publications
documentatiecentrum
Agenda
Contact us!
calls for participation/meedoen?
Forum ongewervelden
Entomological_links
soortenlijsten
Mieren/Ants F. Vankerkhoven
kevers
wespen en bijen
 
Tips voor insectenvriendelijke tuinen.

Werkgroep Ongewervelden is een onderdeel van LIKONA (Limburgse Koepel Natuurstudies), Provincie Limburg (Vlaanderen, België)

Go to Likona


Bryolim, Likona werkgroep mossen.

Formicidae, Likona werkgroep mieren.b
Mycolim, Likona werkgroep paddestoelen.
 
werkgroep ongewervelden
Contact webdesign
 
     

>> keer terug naar de soortenlijst cerambycidae
>> keer terug naar de 'boktorren-pagina'

De Cerambycidae inventaris (periode 1984 - 2018).

Hoe is het gesteld met de Limburgse boktorren na Muylaert? Ann Muylaert hanteert twee tijdsperiodes: waarnemingen voor 1950 en waarnemingen tussen 1950 en 1984. Deze tussenperiode geeft een 'tijdsblok' van 34 jaar. Om de nieuwe kennis met de historische gegevens van Muylaert te kunnen vergelijken, wordt best ook een gelijke tijdsperiode gehanteerd. Hierdoor hebben we nog tot 2018 om de lopende inventaris af te sluiten en om definitieve resultaten te berekenen. Een tipje van de sluier kunnen we wellicht even oplichten?

Kunnen we hetzelfde soortenaantal bereiken als Muylaert in 1984 voor onze provincie heeft opgetekend? Muylaert noteerde 72 soorten voor Limburg. Na 1984 zijn er 5 nieuwe soorten bijgebkomen wat het totaal aantal voor Limburg op 77 brengt. Voor de Belgsiche fauna worden 104 boktorsoorten als inheems opgegeven. Het totale soortenaantal voor Limburg vertegenwoordigt dus 74% van de Belgische fauna. Al deze soorten zijn echter nooit binnen één tijdsperiode waargenomen. Anders geformuleerd, alle 77 soorten zijn nooit op één gegeven ogenblik waargenomen.

soortensamenstelling, vergelijk Muylaert en nu
Legenda: (totB) species in Belgium, (totL) species in Limburg (both according to literature - Muylaert, 1984) & species numbers
in a time-scale: (v50) species diversity before 1950, (n50) species diversity between 1950 and 1984, (n84) species diversity
after 1984 (until present)


Algemeen gesteld loopt de soortenvariatie in onze provincie achteruit. Ten opzicht van de periode 'voor 1950' is de huidige soortensamenstelling (periode na 1984) met maar liefst 38% achteruit gegaan. Er komen nieuwe soorten bij, er verdwijnen soorten en enkelen worden zelfs 'herontdekt'. Maar de globale balans is negatief daar meer soorten verdwijnen dan er (terug) opduiken. Als de getallen uit Muylaerts werk een neerwaartse tendens weergeven, wordt deze ook na 1984 verder versterkt. Ook in de buurlanden wordt deze neerwaartse tendens in soortensamenstelling waargenomen.

Limburg, verder in getallen uitgedrukt. Bovenstaande gegevens zijn waarnemingen die op een 20-tal jaar tijd werden gedaan. Binnen deze periode is de soortensamenstalling van 58 soorten voor 1950 gedaald tot 44 soorten in de periode 1984-2004. Al is de huidige inventaris nog lopende, toch kunnen we al voorzichtig enkele vergelijkingen uitvoeren met de andere tijdsblokken.

  • Van het Limburgs totaal van 77 soorten zijn 5 soorten eerstwaarnemingen voor Limburg (niet door Muylaert opgenomen).
  • Er zijn 6 soorten waarvan de waarneming niet door Muylaert kon worden gecontroleerd. Alle 'twijfelachtige' waarnemingen zijn na 1950 gedaan. Niet meegeteld brengt dit het aantal boktorsoorten voor Limburg terug van 77 naar 71 soorten.
  • Eén van de 6 niet gecontroleerde waarnemingen telt een soort die na 1984 effectief werd aangetroffen (= bevestigd). Terug meegeteld stijgt het aantal soorten tot 72.
  • Agapanthia cardui is na 1984 opgesplitst in twee soorten (A. cardui en A. villisoviridescens). Hierdoor is de status is van de enige waarneming voor Limburg nog onduidelijk (wordt echter wel meegteld in het totaal).
  • GETALLEN TUSSEN HAAKJES ZIJN DE AANTALLEN MET AFTREK VAN DE 5 'ONZEKERE' SOORTEN.
  • 19 (14) soorten niet voor 1950 waargenomen
  • 26 soorten niet tussen 1950 en 1984 waargenomen
  • 33 (28) soorten niet na 1984 waargenomen
  • 15 soorten niet meer waargenomen sinds 1950
  • 5 soorten zijn eerstwaarnemingen na 1984
  • 8 (3) waarnemingen die uitsluitend in de periode 1950-1984 gebeurden

Soms kunnen we een aantal 'verborgen' soorten opsporen. Ook vinden we geheel nieuwe soorten voor onze provincie. Volg hieronder onze lijst.

Grammoptera ustulata (Schaller, 1783); Mesosa (Aphelocnemia) nebulosa (F., 1781); Obrium cantharinum (L, 1767); Pogonocherus fasciculatus (Degeer, 1775); Pogonocherus decoratus Fairmaire, 1855; Rhagium inquisitor (L, 1758); Rhagium mordax (Degeer, 1775); Exocentrus adspersus Mulsant, 1846; Saperda (Anaerea) carcharias (Linnaeus, 1758); Collidium aeneum (Degeer, 1775) (-> 2004, eerstwaarneming Limburg); Xylotrechus rusticus (Linnaeus, 1758) (-> 2004, eerstwaarneming Limburg); Anaesthetis testacea (F.,1781) (-> 2004, eerstwaarneming Limburg); Plagionotus detritus (Linnaeus, 1758) (-> 2004, eerstwaarneming Limburg); Agapanthia cardui (Linnaeus, 1767)

Agapanthia cardui / pannonicafoto: Agapanthia cardui or A. pannonica, Maarten Jacobs .

Hoe ver staan we met het onderzoek? Muylaert heeft in haar studie voor geheel België 4607 gegevens verzameld. Met onze inventaris hebben we 345 gegevens verzameld voor Limburg. Vertaald in 10km-hokken geeft dit 109 hokwaarnemingen (>> elke soort per hok telt mee >> 3 soorten in één 10km-hok geeft dus drie hokwaarnemingen >> 3 exemplaren van eenzelfde soort in één 10km-hok geldt als één hokwaarneming).

vergelijking hokwaarnemingen 3 tijdsblokkenkaart  recente hokwaarnemingen boktorren
Legenda: total number of 10km gridnotations for Cerambycids & comparison of the total of 10km-gridnotations
before 1950,
after 1950 and since 1984 (present inventory). (Map: total of 1km-grid notations.)

Zonder de medewerking van een grote groep natuur- en keverliefhebbers kan je dit project onmogelijk tot een goed einde brengen. Boktorren zijn een ideale groep om zelf op naam te brengen. We nodigen dan ook iedereen uit om deel te nemen! (!) Waarnemingen mogen worden doorgegeven aan bart@ongewervelden.be.

Wat hebben we zeker nodig? 1. soortnaam, 2. datum, 3. gemeente, 4. straatnaam en huisnummer (of km-hok) en 5. aantal kevers (aanvulling met gegevens over de omstandigheid van de waarneming wordt zeer op prijs gesteld - bv. 'op bloem', 'op dode tak eik', 'op houtstapel', 'in spinnenweb', etc.).

Wie kunnen we nu al voor hun medewerking bedanken? Beuckx Jean-Pierre (Scherpenheuvel), Bosmans Bart (Genk), Crèvecoeur Luc (Genk), Durlet Anton (Millen), Jacobs Maarten (Zandhoven), Kurstjens Gijs (Beek-Ubbergen, NL), Paeps Robert (Heusden-Zolder), coll. Poot Piet (Maastricht, NL), Smets Koen (Brussel), Stassen Eugène (Millen), Thys Nobby (Natuurpunt Educatie, Korbeek-Lo).

It is not hot to be a Cerambycid in these times. Muylaert's work has provided an historical background to the distribution of Cerambycidae in Limburg. The current inventory is not yet closed. But when analysing the data we already have for the period 1984 tot 2004, we can conclude on some general patterns. Allover, species diversity is decreasing. When 58 species coud be accounted for before 1950, only 44 different species were traced after 1984. In this downward spiral, more species have gone lost than could be 'rediscovered'.

Rediscovering 'hidden' species is often a matter of circumstances. The decline, or even the disappearance of species, is more often an indicator of entomologists activities than their actual lack of distribution. Still, Mulaerts study provides an indication of rareness. Recent inventory's, and other collection data, have been able to retrace some 'hidden' and 'disappeared' species (see species list above). Good news? Certainly. But a confirmation of a common Cerambycid for a new grid, or a species confirmation within a grid, is good news too. We welcome any data regarding lonhornbeetles. As the number of beetle-spotters is rather limited, we need all the information we can get. Follow our initiative and (hopefully) see our species graphic increase.

Muylaert counted 330. How many observationgrids (10x10km) can we note at present? This page will provide a follow-up of the current inventory. With each new species discovered in a grid, the collumn showing our recent total of grids will increase. The second graphic shows the sum of all grids for all recorded species. The above list mentions the list of valued contributors.

>> keer terug naar de soortenlijst cerambycidae
>> keer terug naar de 'boktorren-pagina'